JOODS NIEUWJAAR
De joodse kalender
De joodse godsdienst is erg oud. De jaartelling begint in het jaar 3761
voor Christus, als volgens de joden de wereld geschapen wordt. De maanden
van de joodse kalender worden bepaald door de maan. De jaren zijn
gebaseerd op de zonnekalender. Een jaar heeft 354 dagen. Een keer in de
drie jaar is er een schrikkelmaand. Dat is nodig omdat bepaalde feesten
gebonden zijn aan de cyclus van de natuur, zoals het oogstfeest
bijvoorbeeld.
Rosj hasjana
Tijdens het joods Nieuwjaar (in het Hebreeuws: Rosj hasjana) wenst
iedereen elkaar een goed en zoet Nieuwjaar. Men eet zoete appels die men
in honing doopt. In de synagoge wordt op de ramshoorn (de sjofar)
geblazen.
Sjofar
De sjofar is een blaasintrument. Als je flink op de sjofar blaast klinkt
er een hard en doordringend geluid. Je hoort het geluid van grote afstand
en het gaat door merg en been. Vroeger werd de sjofar gebruikt om soldaten
bij elkaar te brengen. En ook om kroningen van belangrijke koningen te
begeleiden. Daarom heet Nieuwjaarsdag in het Hebreeuws Rosj hasjana, want
dat betekent de dag van het bazuinengeschal.
Wakker worden
Het blazen op de sjofar heeft als doel om mensen uit hun ‘slaap’ te halen.
Het is de bedoeling dat mensen door het doordringende geluid goed nadenken
over hun leven en over wat ze goed en fout hebben gedaan.
Jom Kippoer
Om het nieuwe jaar goed te beginnen worden ‘Tien dagen van Berouw’
gehouden. Men bidt God om vergeving voor wat er fout is gegaan. Jom
Kippoer is de tiende dag en wordt ook wel ‘Grote Verzoendag’ genoemd. Dat
is een plechtig feest. De joden zijn dan vaak de hele dag in de synagoge
om te bidden en te vasten. Aan het einde van de dag gaan ze samen eten.
Meer weten:
©
Missio Nederland 2013
Voor deze tekst is gebruik gemaakt van ‘Met hart en ziel’, een uitgave van
Missio.
|