LOOFHUTTENFEEST

Het Loofhuttenfeest is een oogstfeest en wordt in de herfst gevierd. Joden noemen het ook wel Soekot.

Soeka
Elk jaar maakt men van takken buiten een hut, een soeka, omdat het joodse volk in de woestijn ook in hutten leefde. In het dak zitten gaten, want je moet de hemel kunnen zien. Dat herinnert je er aan dat je afhankelijk bent van de bescherming van God. De hut kan in de tuin, op het platte dak, op een binnenplaats of op het balkon gemaakt worden.

Bouwen
Al een week van te voren begint men te bouwen. Iedereen helpt mee. Er wordt in de hut gegeten en gewoond. In Nederland wordt er niet in de hut geslapen, maar in warmere landen wel. In Israël is de regentijd nog niet begonnen, maar in Nederland kan het aardig koud en nat zijn.

Loelav
Bij een oogstfeest danken de mensen God voor alles wat de natuur hen geeft. Als symbool voor die dankbaarheid en blijheid is er de loelav (dat betekent palmtak). De loelav is een bundeltje planten. De palmtak is nog groen en het grootst. Daarnaast zijn er drie geurende mirtentakken en twee wilgentakjes. Dan is er nog de etrog, een vrucht die lijkt op een citroen en heerlijk ruikt.
De mensen bidden met de loelav in de hand naar alle windrichtingen. En naar boven en beneden, als erkenning van Gods heerschappij.

Hosjana Rabba
De zevende en laatste dag van het Loofhuttenfeest heet Hosjana Rabba. Dan loopt men zeven keer rond de verhoging in de synagoge waarop de Thorarol ligt en roept men ‘Hosjana’. Na de laatste ronde slaat iedereen met zijn takkenbosje op de bank voor hem, totdat er enkele blaadjes loslaten. Daarna worden de takken weggegooid. De takken zijn nu kaal, maar in de lente zullen ze opnieuw uitbotten en bladeren krijgen.

Meer weten:

© Missio Nederland 2013
Voor deze tekst is gebruik gemaakt van ‘Met hart en ziel’, een uitgave van Missio.