ADVENT

Eind november zie je overal op straat en bij mensen thuis feestverlichting. Het is in deze tijd van het jaar vroeg donker en dan willen mensen graag licht om hen heen. Daarom zijn er dan veel feesten die met licht te maken hebben. De christenen vieren op 25 en 26 december Kerstmis. Bij zo’n groot feest hoort een goede voorbereiding en dat gebeurt in de Advent.

Vier weken voor Kerstmis
Het woord ‘advent’ komt van een Latijns woord: adventus. Het betekent ‘komst’. In de tijd van de advent wachten de christenen op de komst van Jezus met Kerstmis. De advent duurt vier weken. In die weken worden in de kerkdiensten Bijbelverhalen gelezen die allemaal te maken hebben met het wachten op de geboorte van Jezus. Bijvoorbeeld het verhaal dat Maria op bezoek gaat bij haar nicht Elisabet die ook een kindje verwacht. Het kindje van Elisabet is Johannes de Doper.


Adventskrans
In de kerk, maar ook vaak bij mensen thuis, hangt een adventskrans. Deze krans wordt gemaakt van groene takken. Er staan vier kaarsen op, meestal witte. Op de eerste zondag van de Advent wordt er een kaars aangestoken. En op elke volgende zondag komt er eentje bij. Zo groeit het licht.

 

Adventskalender
Wachten duurt altijd lang, vooral als je wacht op een leuk feest. Daarom hebben sommige kinderen een adventskalender in huis. Die kan allerlei vormen hebben. Maar meestal zijn er 24 vakjes met luikjes, waarvan je er elke dag eentje kunt openmaken. Soms zit er een chocolaatje achter of een klein verhaaltje om voor te lezen.

Meer weten:

© Missio Nederland 2013