De geboorte van Jezus
In het dorpje Nazareth in Galilea woont het meisje Maria. Jozef de
timmerman is haar vriend. Ze zijn verloofd en willen met elkaar trouwen.
Op een dag verschijnt de engel Gabriël aan Maria. Gabriël zegt: “Maria, je
zult een zoon krijgen. Hij zal Jezus heten. Het wordt een bijzonder kind.
De zoon van God. Een kind van vrede.”
“Maar dat kan toch helemaal niet”, zegt Maria verbaasd. “Ik ben nog niet
getrouwd, dus hoe kan ik dan een kind krijgen?”
“Wacht maar af”, zegt Gabriël.
En Maria is inderdaad zwanger. Ze vertelt aan Jozef dat ze een kind
krijgt. Jozef schrikt. Toch wil Jozef nog steeds met haar trouwen. Hij
hoort bij Maria en het kind.
Naar Bethlehem
De buik van Maria wordt steeds dikker. Op een dag komt er een soldaat van
de Romeinse keizer naar Nazareth. De soldaat heeft belangrijk nieuws. Alle
mensen moeten zich in laten schrijven in hun geboortestad. Ook Maria en
Jozef moeten op reis naar Bethlehem. Gelukkig mogen Maria en Jozef de ezel
van Joachim lenen. Nu hoeft Maria niet de hele reis te lopen. Voor Maria
is de reis zwaar. Ze is in verwachting en de baby kan elk moment komen.
Geen plaats in de herberg
Als Maria en Jozef eindelijk in Bethlehem aankomen is Maria erg moe. Ze
gaan op zoek naar een slaapplaats. Jozef klopt aan op de deur van een
herberg. De baas zegt: “Ik heb geen plaats meer voor jullie. Er zijn
vandaag zoveel mensen gekomen. Ik heb alleen nog een plekje vrij in de
stal. Het is er warm en er is genoeg stro om te slapen.”
Jozef en Maria zijn blij met de warme slaapplek in de stal. Nu kunnen ze
eindelijk uitrusten van de lange reis. Midden in de nacht wordt Jezus
geboren. Het kind waarvan de engel Gabriël heeft gesproken. Maria wikkelt
Jezus in doeken en legt hem in de voerbak gevuld met stro.
De herders zien een engel
In de buurt van de stal houden herders de wacht bij hun schapen. Ze hebben
vuurtjes gemaakt om het warm te krijgen. Opeens is er fel licht te zien in
de hemel boven de herders. Het is een engel. “Wees niet bang”, zegt de
engel. “Ik heb goed nieuws voor jullie. Er is een heel bijzonder kind
geboren in een stal in Bethlehem. Een kind van vrede.” Plotseling
verschijnen er nog veel meer engelen. Ze zingen over het pasgeboren kind.
Het mooie lied van de engelen klinkt over de velden met de herders en de
schapen: “Ere zij God en vrede op aarde.” Als de engelen weer weg zijn,
gaan de herders op zoek naar de stal. Daar vinden ze Jozef en Maria en de
pasgeboren Jezus. Jezus ligt lekker te slapen in het warme stro in de
voerbak.
Een kind van vrede
De herders knielen voor Jezus neer. Ze vertellen Maria en Jozef over de
engelen. Iedereen die het hoort wordt er helemaal stil en blij van. Dit is
een heel bijzonder kind. Een kind van vrede.
©
Missio Nederland, 2013
|