
OFFERFEEST
De islamitische kalender
In de islam volgt men de maankalender. Een jaar heeft twaalf maanden en
354 of 355 dagen. In de westerse wereld volgt men de zonnekalender. Dan
bepaalt men de dagen door de tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon
te draaien, 365 en ¼ dagen.
De islamitische kalender heeft dus minder dagen in een jaar en loopt niet
gelijk met de zonnekalender. Daarom valt bijvoorbeeld de ramadan elk jaar
elf dagen eerder dan het jaar daarvoor.
Het offerfeest
Het offerfeest heet ook wel ‘het grote feest’ (Ied-al-Adha). Moslims
vieren dit feest in de laatste maand van het islamitisch jaar. Deze maand
heet ook wel de bedevaartsmaand. In deze maand namelijk maken veel mensen
de pelgrimstocht naar Mekka.
De moslims vieren dat ze over de hele wereld met elkaar verbonden zijn
door op de tiende dag van de pelgrimstocht een offerdier te slachten. Ook
degenen die niet op bedevaart zijn en thuis blijven vieren dit feest mee,
want het is een feest voor alle moslims.
Het offerdier moet op een speciale manier geslacht worden. We noemen dat
ritueel slachten. In Nederland zijn daar speciale mensen voor aangewezen.
Van het offerdier mag je maar een derde deel zelf houden. Een ander derde
deel wordt aan vrienden gegeven en het laatste derde deel is voor de
armen.
Met
het offerfeest herdenken de moslims het offer van Ibrahim. In het verhaal
van Ibrahim wordt verteld dat Ibrahim het liefste wat hij heeft aan God
moet offeren. Maar dat allerliefste is wel zijn zoon Ismaël. Toch is
Ibrahim gehoorzaam aan God. Gelukkig grijpt God op het laatste moment in.
Hij stuurt de engel Djibriel om te laten weten dat Ibrahim de proef
doorstaan heeft. En hij laat hem een schaap zien dat geofferd kan worden.
God wil geen mensenoffers.
Meer weten:
©
Missio Nederland 2013
|