HET VERHAAL VAN DE SUIKERBERG
De kleine olifant Hannibal woonde in een
grote olifantenkudde aan de voet van een hoge berg in Afrika. Eigenlijk
zou hij een gelukkige kleine olifant kunnen zijn. Maar de andere
olifantenkinderen plaagden hem er steeds mee, dat hij bij krijgertje
spelen altijd als eerste gepakt werd en bij het wedstrijdje hardlopen
altijd als laatste aankwam. Soms was Hannibal daarom wel verdrietig. Dan
keek hij omhoog naar de witte top van de grote berg, die eenzaam boven de
wijde Afrikaanse vlakte omhoog stak. Alle olifanten geloofden dat de
glinsterende top van de berg uit suikerglazuur bestond. Maar hoe suiker
smaakte, dat wist eigenlijk niemand precies. Want er was nog nooit een
olifant helemaal naar boven geklommen.
Op
een dag kreeg Hannibal een fantastisch idee. Hij wilde een stukje suiker
van de bergtop gaan halen. Dan zou niemand hem meer plagen. Vastbesloten
ging de kleine olifant al vroeg in de morgen op pad. Eerst ging het maar
een beetje omhoog, maar al snel werd het steiler en steiler. Hannibal
moest er van zweten. Had hij misschien toch teveel op zich genomen? Hoe
hoger hij kwam, hoe minder bomen er waren. Grote rotsen leken het
onmogelijk te maken om verder te gaan.
De kleine olifant, die het ondanks zijn grote inspanning steeds kouder
kreeg, wilde bijna opgeven. Maar toen hij met zijn laatste krachten langs
een scherpe uitstekende rotspunt stapte, lag daar ineens een wit
glinsterend landschap voor hem. Eindelijk: het suikerglazuur!
Voorzichtig voelde Hannibal met zijn slurf aan de witte vlakte – en hij
schrok en deed snel een stap terug. Hoe kon die suiker nu zo koud zijn?
“Ach, natuurlijk vanwege het suikerglazuur!”, dacht de kleine olifant.
Ondanks de kou, waardoor zijn slurf helemaal blauw werd, maakt hij een
grote sneeuwbal, die hij in zijn slurf rolde om mee naar huis te nemen.
Kort voordat het nacht werd, kwam de kleine olifant helemaal buiten adem
weer bij zijn kudde onder aan de berg. Trots liet hij zijn slurf zakken,
om aan de anderen de sneeuw te laten zien. Maar alleen het laatste beetje
water druppelde van het puntje van zijn slurf op de warme savannegrond,
waar het meteen verdroogde. Nu zou Hannibal eigenlijk pas echt heel
verdrietig moeten zijn. Want het bewijs van zijn grote daad was
gesmolten. Maar de kleine olifant wist nu echter, dat zijn eigen vier
voeten hem verder konden dragen dan alle andere olifanten. En hij begon
heel hard en vrolijk te lachen.
Sinds die dag was hij bij het spelen niet meer verdrietig, ook al was hij
nog steeds een beetje langzamer dan de andere olifantenkinderen.
© Teksten: Missio Schweiz / Missio Nederland
© Foto’s: Missio Schweiz
|