HET VERHAAL VAN PEPO
Hallo.
Ik ben Pepo. Ik vind het leuk om je iets over mijn leven te vertellen. Ik
vertel niet iets bijzonders hoor, maar gewoon wat ik elke dag zo’n beetje
meemaak. Maar misschien is dat voor jou al wel heel bijzonder.
Ik woon met mijn broer Zunda in een klein dorp in Tanzania. Ons huis is
gewoon gebouwd van leem en bakstenen. Wij hebben geen elektriciteit en
stromend water. Het water halen we met een grote plastic emmer bij de
dorpsbron. Dat is best wel zwaar.
Wij hebben geluk dat we allebei naar school kunnen gaan. Dat is niet
vanzelfsprekend, want er zijn veel gezinnen die het schoolgeld, de
boeken, schriften, stiften en het schooluniform niet kunnen betalen. Als
we uit school komen, doen we ons uniform meteen uit en gaan we met onze
vrienden spelen. In ons dorp staat een enorme cashewnotenboom waar we
graag inklimmen. Hangen in de boom is het leukste! Of we gaan voetballen.
Gisteren nog heeft Zunda een nieuwe bal gemaakt. Je neemt een oude sok en
stopt daar lappen, plastic zakken en meer van dat soort dingen in. Dan
wikkelen we er een groot touw omheen en maken er een ronde vorm van. Het
touw een paar keer goed knopen en straktrekken en klaar is je voetbal.
“Het eten is klaar!”, roept oma Rosina. Ze roept ons om aan tafel te gaan
– of beter: om op de mat te komen, want bij ons eten wij op een stromat
op de grond. Vandaag eten we ugali met bonen. Ugali is een soort pap van
maïsmeel en water, die in Tanzania bij geen enkele maaltijd ontbreekt.
Opa Eduard en oma Rosina hebben de maïs zelf aangeplant en geoogst.
Natuurlijk hebben mijn broer en ik bij het werk op het veld goed
geholpen. Wij eten ugali met onze handen. En trouwens: wij wonen bij onze
grootouders omdat mama gestorven is en papa heel ziek is.
Na een schooldag en het buitenspelen zijn we meestal wel moe. Dan kruipen
we onder het muskietennet in ons bed. Zunda en ik moeten een beetje
inschuiven, maar we kunnen best samen in een bed slapen. Maar als het
regent, dan komt er water door het dak, want dat is niet helemaal dicht.
Ja, dat is wel erg vervelend. Daartegen helpt ook het muskietennet
natuurlijk niet. Maar dat net is wel heel belangrijk, want dat zorgt
ervoor dat we niet ziek worden. Vanwege het net kunnen de muskieten ons
niet prikken. Want als dat gebeurt, dan krijg je hoge koorts en hoofdpijn
en word je heel erg ziek. Die ziekte heet malaria en komt heel veel voor
in Tanzania.
Maar met Zunda en mij gaat alles goed, wij zijn gelukkig gezond.
© Teksten: Missio Schweiz / Missio Nederland
© Foto’s: Missio Schweiz
|