Sprookje uit Senegal: Jabachuti
Jabachuti rood en Jabachuti geel waren twee wonderschone kleine vogels,
die in een grote baobab boom woonden. Elke avond tegen zonsondergang
vlogen Jabachuti rood en Jabachuti geel naar een boer in de omgeving,
gingen voor de deur zitten en begonnen hun lied te zingen: “Jabachuti
kana kam fa – jabachuti besso narola”.
Elke keer als de boer deze melodie hoorde, kwam hij meteen naar buiten en
gaf de vogels de beste rijst die hij in huis had. En die twee begonnen
lekker te smikkelen en te smullen en als ze hun buikje vol gegeten
hadden, zongen ze nog een keer hun lied: “Jabachuti kana kam fa –
jabachuti besso narola”. “Jaisett!”
Op een dag zat Jabachuti rood alleen op een tak van de grote baobab boom
en wachtte op zijn vriend Jabachuti geel, die deze dag nergens te zien
was. Jabachuti rood had juist deze dag best veel honger en dus vloog hij
alleen naar de boer. Hij ging voor de deur zitten en begon zijn deel van
het lied te zingen. “Jabachuti kana kam fa!”
Maar de boer herkende de melodie niet en verjoeg de kleine vogel. En zo
leed Jabachuti rood op deze dag honger.
De volgende dag zat Jabachuti geel alleen op een tak van de grote baobab
boom en wachtte op zijn vriend Jabachuti rood, die deze dag nergens te
zien was. Jabachuti geel had juist deze dag ook best veel honger en dus
vloog hij alleen naar de boer. Hij ging voor de deur zitten en begon zijn
deel van het lied te zingen. “Jabachuti besso narola”.
Maar de boer herkende de melodie niet en verjoeg de kleine vogel. En zo
leed Jabachuti geel op deze dag honger.
De volgende dag ontmoetten Jabachuti rood en Jabachuti geel elkaar weer
en vertelden elkaar dat ze in hun eentje naar de boer waren gevlogen om
de rijst helemaal voor zichzelf alleen te hebben. Maar ze waren niet echt
boos op elkaar. Want het lied dat ze steeds zongen, betekent: “Als je je
ergert aan iemand, erger je niet, want ooit ergert de ander zich.” En op
deze avond vlogen ze weer samen naar de boer, gingen voor de deur zitten
en begonnen hun lied te zingen: “Jabachuti kana kam fa – jabachuti besso
narola”. “Jaisett!”
De boer was blij, want hij had zijn vrienden gemist. En zo gaf hij hen
weer de beste rijst die hij in huis had. Toen Jabachuti rood en Jabachuti
geel hun buikje vol gegeten hadden, zongen ze hun lied: “Jabachuti kana
kam fa – jabachuti besso narola.”
© Missio Nederland, 2013 (Dit verhaal is overgenomen van Missio
Duitsland)
|