Leven in een vluchtelingenkamp

Al vele jaren is er oorlog in Myanmar. De militairen regeren het land. Ze onderdrukken de mensen. Die zijn het daar niet mee eens. De mensen in het land hebben eigen legers. Die vechten nu tegen het leger van de regering.

Er vallen bommen op scholen en ziekenhuizen. Maar ook op kerken en op hele dorpen. Daarom moeten mensen, oud en jong, vluchten. Soms vluchten ze naar een veilige plek in Myanmar, soms naar het buitenland.
 



Mensen van de kerk zorgen voor de vluchtelingen. Ze zorgen voor genoeg eten. En voor medicijnen als mensen ziek zijn. Ze bidden en praten met hen, ook met de kinderen. Want iedereen heeft verschrikkelijke dingen meegemaakt in de oorlog. Er samen over praten helpt om de moed niet te verliezen. De kerk laat de mensen niet in de steek.
 



Gevlucht voor de bommen
John* is pas aangekomen in het vluchtelingenkamp Ban Mae Surin. Samen met zijn moeder, broers en zussen moest hij vluchten voor de oorlog in Myanmar. Het kamp ligt net over de grens met Thailand. Het ligt hoog in de bergen in het oerwoud. Ze wonen onder een afdak. Het helpt niet goed tegen de regen. John heeft alles achter moeten laten: vriendjes, school, speelgoed.



*ter bescherming is de naam veranderd

Pastoor Dominic moest ook vluchten uit Myanmar. Hij helpt nu de mensen in het kamp. Samen met andere mensen van de kerk zorgt hij voor genoeg eten en medicijnen. De vluchtelingen mogen het kamp niet verlaten. Pastoor Dominic gaat op bezoek bij de mensen om te praten. Ook bij John en zijn moeder, broers en zussen. Samen bidden ze. Ze hopen dat ze op een dag weer terug kunnen naar hun eigen land.


© Tekst Missio Nederland
© Foto’s: H. Schwarzbach