VERHAAL - DE VLUCHT VAN MOHAMMED
Mohammed reisde vaak op en neer tussen Mekka en Medina. Maar in Mekka
waren de mensen niet altijd even vriendelijk, er waren zelfs mensen die
helemaal niets over de boodschap van Allah en de koran wilden horen. Het
liefst wilden deze tegenstanders Mohammed in de gevangenis laten opsluiten
of laten doden.
In Medina was Mohammed veilig. Daar wilden de mensen graag naar de
boodschap van Allah luisteren.
Op een dag, toen Mohammed samen met zijn beste vriend Abu Bakr in Mekka
was, hoorde hij van een van de inwoners van Mekka dat enkele zeer felle
tegenstanders naar hem op zoek waren. Zij wilden hem pakken en opsluiten.
Nog dezelfde nacht toen iedereen sliep, verlieten Mohammed en Abu Bakr
zonder geluid te maken langs allerlei sluipweggetjes Mekka.
Buiten de stad vluchtten ze de bergen in. In de bergen waren honderden
grotten en spelonken waar je je schuil kon houden. Ze klommen langs
ravijnen en over gevaarlijke rotsen en vonden een grot waar ze dachten
veilig te zijn. Ze hadden genoeg water en brood voor een paar dagen bij
zich. Als de vijand hen zou achtervolgen dan zou die zeker de eerste dagen
blijven zoeken. En als de vijand niets zou vinden, dachten ze, dan zou die
wel naar Mekka teruggaan. Pas dan zouden ze uit hun schuilplaats
tevoorschijn kunnen komen en hun weg vervolgen richting Medina.
Maar wat een schrik …
Nog dezelfde avond, het begon al schemerig te worden, hoorden ze stemmen.
Er werd naar hen gezocht! Ze hoorden voetstappen af en aan gaan,
afgewisseld met luide stemmen. “Is hier al gekeken?” en “Gaan jullie twee
daar eens binnen kijken.”
Mohammed en Abu Bakr hielden zich doodstil en vreesden voor hun leven.
Opeens … vlak voor de ingang van de grot waar ze zich schuilhielden,
bleven de voetstappen stil staan. Op ruwe toon werd geroepen: “Hier zijn
we nog niet binnen geweest!”
Mohammed hield zijn hart vast. Ze waren erbij!
Toen klonk een andere stem: “Wacht! Hier hoef je echt niet te kijken. Zie
je daar die duif op haar nest zitten? En dat grote spinnenweb voor de
ingang van de grot? Als ze zich hier schuilhouden was de duif allang
weggevlogen en dan was het spinnenweb stukgetrokken.”
“Wat zijn jullie slim zeg!”, sprak een stem en er klonk instemmend
gemompel. Even later verwijderden zich de voetstappen en ook de stemmen
verstomden, het werd heel stil.
Mohammed keek zijn vriend opgelucht aan. Wat hadden ze geluk gehad. Maar
ze wisten ook dat ze dit geluk aan Allah te danken hadden. Uit
dankbaarheid vielen ze op hun knieën en zegenden Hem.
De volgende dag konden ze hun reis naar Medina veilig vervolgen.
©
Missio Nederland, 2013
Dit verhaal is overgenomen uit ‘Met hart en ziel’, een uitgave van Missio.
|