Er was eens een hele mooie en sterke god, Shiva. Hij woonde hoog op de toppen van de allerhoogste bergen. Hier zat hij vaak te mediteren. Shiva was zo mooi dat andere goden jaloers op hem waren en hem wilde doden. Maar wat ze ook deden, het lukte hen niet.

Parvati in bad
Op een dag was Parvati, de dochter van de bergen en de vrouw van Shiva, alleen thuis. Ze zat in bad. Toen Shiva thuiskwam trof hij een van zijn dienaren aan de deur.
“U mag niet binnenkomen, Parvati is aan het baden en zij heeft opdracht gegeven niemand door te laten.”
“Poeh…”, dacht Shiva, en hij keek de dienaar dreigend aan. Zonder zich iets aan te trekken van het verbod, liep hij gewoon door naar binnen. Toen de badende Parvati plotseling haar echtgenoot voor zich zag staan, schaamde zij zich voor haar naaktheid. Ze bedekte snel haar lichaam en rende naar de slaapkamer.

Zoon en dienaar
Parvati was helemaal niet blij met wat er was gebeurd en dacht: “Ik zou een dienaar willen hebben die alleen naar mij luistert en echt alles doet wat ik hem zeg.”
Op een dag maakte Parvati, voordat ze haar dagelijkse bad nam, uit het vuil van haar lichaam een knappe en oersterke jonge man. Ze deed hem mooie kleren aan en zei tegen hem: “Jij bent Ganesha, mijn eigen zoon en mijn enige dienaar.”
De jonge man boog diep voor Parvati en zei: “Ik zal alles doen wat u mij vraagt. Waar kan ik u mee van dienst zijn?”
“Lieve zoon”, antwoordde Parvati, “vanaf vandaag ga jij mijn deur bewaken. Je mag niemand, echt niemand binnen laten. Desnoods gebruik je maar geweld.” Ze omhelsde hem liefdevol en gaf hem een stok om bij de deur op wacht te gaan staan. Daarna ging zij naar binnen om zich te baden.

Het hoofd van Ganesha
Niet veel later kwam Shiva thuis in het gezelschap van een groep volgelingen. Ganesha wist niet met wie hij te maken had en hield zijn stok in de aanslag met de waarschuwende woorden: “Zonder toestemming van mijn moeder mag u niet naar binnen.”
Shiva keek hem boos aan en riep: “Sukkel! Wie denk je dat je bent om mij tegen te willen houden? Weet je wel dat ik Shiva ben?” Maar Ganesha gaf hem een flinke klap met zijn stok.
“Je bent niet helemaal goed bij je hoofd”, schreeuwde Shiva. “Ik ben Shiva, de man van Parvati en ik ga NU naar binnen!”
Maar voordat hij een stap kon doen, kreeg hij alweer de tweede klap van Ganesha te pakken. Nu werd Shiva pas echt woest. Hij pakte zijn drietand en sloeg in één klap het hoofd van de romp van Ganesha.

 

Woeste godinnen
Op dat moment kwam Parvati naar buiten en zag het onthoofde lichaam van haar zoon op de grond liggen. Ze schreeuwde het uit en viel bijna flauw van schrik en verdriet. “Mijn zoon is vermoord! Mijn zoon is vermoord! Wat moet ik doen? Waar kan ik heen? Het noodlot heeft toegeslagen. Hoe kan ik ooit dit verdriet te boven komen? Wraak! Wraak! Ik zin op wraak!”
In een oogwenk maakte Parvati duizenden woeste godinnen met tien armen en opengesperde monden. “Moeder Parvati, hoe kunnen wij u van dienst zijn?”, spraken zij. In haar woede en razernij antwoordde Parvati: “Godinnen, luister goed. Ik wil dat jullie de wereld vernietigen. Verslind alles wat je tegenkomt: goden, halfgoden, wijzen, ja ook mensen die mijn volgelingen zijn.”
De godinnen begonnen meteen grote verwoesting aan te richten. Overal waar je keek, zag je ze bezig. Ze pakten alles wat leefde en aten het op.

De wijze
De goden konden hier niets tegen beginnen, met afschuw zagen ze het huiveringwekkende tafereel aan. Hoe konden zij deze verwoesting stoppen? “We moeten haar om genade smeken”, zei een wijze. “Zolang Parvati geen medelijden heeft, zal de ellende blijven bestaan.”
Snel ging hij naar haar toe en maakte een diepe buiging. “O moeder van de wereld, u die alles geschapen heeft. Wij brengen u hulde. U bent de macht die beschermt, maar ook de macht die vernietigt. O godin, wees toch voldaan, wees kalm, wij smeken u.”
Parvati bleef nijdig en gaf geen antwoord. De wijze boog opnieuw en vroeg nogmaals om genade. “O godin, vergeef ons de fout die is gemaakt. Wij zijn immers uw eigen kinderen. Wij voelen ons diep ellendig, heb toch medelijden alstublieft.”
Toen ontdooide Parvati een beetje en zei: “Pas als jullie mijn zoon weer tot leven brengen zal ik een einde maken aan deze verwoesting. Pas als jullie hem respect tonen zal er vrede zijn.”

Het hoofd van de olifant
De wijze ging met deze boodschap terug naar de goden. Shiva die verschrikkelijke spijt had, ging meteen maatregelen treffen. Hij wilde het maar wat graag goedmaken met Parvati. Aan de goden gaf hij de opdracht om het lichaam van Ganesha te halen en het te wassen. Daarna sprak hij: “Ga naar het noorden en breng mij het hoofd van het eerste levende wezen dat jullie tegenkomen.”
De goden gingen op weg en het eerste levende wezen dat ze zagen was een babyolifant. Ze hakten zijn hoofd eraf en braken daarbij per ongeluk een slagtand af. Ze brachten het hoofd terug en bevestigden het op de romp van Ganesha. Shiva nam wat nectar en besprenkelde het dode lichaam terwijl hij gebeden en spreuken opzei.
Bij de eerste druppels die op het lichaam vielen, kwam Ganesha weer bij bewustzijn. Hij stond op alsof hij alleen maar even had liggen slapen. Zijn lichaam zag er nog even gezond uit als tevoren, en op zijn schouders stond nu een vrolijke olifantskop. Iedereen was blij. Vooral Parvati, nu zij haar zoon weer levend en gezond terug had.

© Missio Nederland, 2013
Dit verhaal is overgenomen uit ‘Met hart en ziel’, een uitgave van Missio