Agnes
Gonxha Bojaxhiu wordt geboren op 26 augustus 1910 in Skopje in Macedonië.
Haar familie is katholiek. Agnes gaat naar het lyceum en zingt in het
koor. Ze leest veel over de Sloveense en Kroatische missionarissen in
India. Op haar twaalfde komt bij haar voor het eerst het verlangen op om
haar leven in dienst van Gods werk te stellen. Ze bidt veel en spreekt
over deze gedachten met haar zus en haar moeder.
Zuster Teresa
Als ze 18 wordt, neemt ze haar beslissing. Ze wordt zuster, bij de zusters
van Loreto, die zeer actief zijn in India.
Ze vertrekt op 25 september 1928 en reist naar het huis van de zusters,
een abdij in de buurt van Dublin (Ierland). Agnes leert Engels en krijgt
een eerste opleiding tot religieus leven. Ze kiest als naam zuster Teresa.
Naar
India
Op 1 december start de overtocht naar India, het land waarvan ze droomt.
Het is een lange en vermoeiende reis. Begin 1929 bereikt ze Colombo, dan
Madras en uiteindelijk Calcutta. De reis gaat verder naar Darjeeling, aan
de voet van de Himalaya waar de jonge zuster haar opleiding zal voltooien.
Ze wordt naar Bengalen gestuurd om de zusters te helpen bij de
ziekenverzorging en het opvangen van hongerende en hulpeloze moeders. Ze
is getroffen door de eindeloze ellende die ze er ziet.
Calcutta
Later wordt ze naar Calcutta gezonden om een opleiding als lerares te
volgen. Na het behalen van haar diploma wordt ze onmiddellijk benoemd als
leerkracht. Ze wordt directrice van een middelbare school voor Bengaalse
meisjes in het centrum van Calcutta. Vlak naast deze school ligt een van
de grootste krottenwijken van Calcutta. De situatie van de mensen die daar
wonen laat haar niet los. Samen met enkele meisjes van de school gaat
zuster Teresa regelmatig naar ziekenhuizen, naar de krottenwijken en naar
de armen.
|