Stichter: Confucius
Confucius leefde
in dezelfde periode als de Boeddha, in de 6e eeuw voor Christus. Hij was
een Chinese leraar die heel veel invloed heeft gehad in de landen van
heel Azië. Zijn eigenlijke, Chinese naam is K’ung Fu Tzu.
Hij had een eigen school en was ook minister en adviseur van de koning.
Zo kon hij de toekomstige leiders van China les geven. En hen laten zien
dat het belangrijk was om te zorgen voor vrede in het land.
Confucius was geen religieuze leider zoals Jezus of Boeddha, hij was een
leraar en vond zichzelf een gewoon mens. Toch hebben zijn volgelingen
tempels voor hem gebouwd in China.
Confucius stierf in 479 voor Christus en is begraven in Kufow in de
provincie Shandong in China.
De leer van Confucius
De leer van Confucius noemen wij het confucianisme. Dit is eigenlijk geen
religie zoals het christendom of de islam. Confucius schreef vooral heel
veel regels over hoe mensen zich moesten gedragen in het leven om een
goed leven te kunnen leiden.
Onderwijs, naar school gaan, vond hij het allerbelangrijkste. In de tijd
dat hij leefde moest er vooral les gegeven worden in de vakken: rituelen,
boogschieten, muziek, kalligrafie, wiskunde en wagenrennen.
In je leven kom je verschillende mensen tegen. Confucius schreef regels
voor hoe je je bijvoorbeeld moest gedragen tegenover je ouders of
tegenover je vrienden of hoe jongere mensen zich moeten gedragen
tegenover oudere mensen. Volgens Confucius moet je respect hebben voor
oudere mensen en vooral voor je ouders. De familie is erg belangrijk.
De belangrijkste regel die
Confucius schreef is:
“Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet.” |
Confucianisme nu
Eeuwenlang is er in China les gegeven zoals Confucius dat had bedacht.
Ook in Japan, Korea en Vietnam heeft men veel ideeën van Confucius
overgenomen. Daarvan is nog veel te merken in de cultuur. Zo is de
voorouderverering nog steeds erg belangrijk.
Voorouders zijn je opa’s en oma’s en hun opa’s en oma’s. Ook al zijn ze
lang geleden gestorven, ze horen nog steeds bij de levende familie. Ze
worden gezien als een soort beschermengelen van de familie. In veel
gezinnen in die landen is een voorouderaltaar in huis. Daar staan foto’s
op van de voorouders, wierook, kaarsen en bloemen. Op belangrijke feesten
komt de familie bij elkaar rond het altaar en vertelt verhalen over de
overleden voorouders.
|
Enkele wijze uitspraken van Confucius
Een mens heeft twee oren en één mond,
om twee keer zoveel te luisteren als te praten.
Fouten hebben en die niet verbeteren,
dat is pas fouten hebben.
Alle mensen zijn gelijk,
het zijn hun gewoonten waardoor ze verschillen.
Wanneer iedereen zijn wil op het goede zou
richten, zou er niets slechts meer zijn.
Te weten wat men weet, en te weten wat men niet
weet, dat is kennis.
©
Missio Nederland, 2013 |