BLOEMEN VOOR OPA
Het is een natte, winderige dag. Marlot fietst snel naar huis. Ze moet
vroeg eten vanavond, want om half acht moet haar moeder naar de kerk.
Marlot rijdt de poort door en smijt haar fiets tegen het muurtje. Ze zal
hem straks wel binnen zetten.
Even later zit Marlot achter een bord zuurkool. De eerste keer dit jaar,
lekker! "Waarom moet je eigenlijk naar de kerk, mam?", vraagt ze. "Dat doe
je anders nooit op woensdag." "Het is vandaag Allerzielen, schat",
antwoordt mama. "In de kerk denken we dan aan alle mensen die gestorven
zijn."
"Dus ook aan opa?", vraagt Marlot zachtjes. "Ja, ook aan opa. Vandaag
krijgen we het kruisje mee dat we in de kerk op hebben gehangen toen hij
werd begraven." Mama kijkt Marlot aan. "Wou je soms meegaan? Ik zou het
heel fijn vinden als je meeging."
Marlot schudt haar hoofd. Nee, ze wil niet mee. Telkens als ze aan opa
denkt, krijgt ze een brok in haar keel. Vaak moet ze dan ook huilen. Stel
je voor, dat iedereen ziet dat ze huilt. Nee hoor, Marlot kijkt wel uit.
"Ik neem wat bloemen mee, voor op het graf van opa", zegt moeder even
later. "Opa hield zoveel van bloemen. Vooral in de herfst, als er buiten
geen bloemen meer waren, kon je hem zo blij maken met een mooie bos
chrysanten." Marlot glimlacht zachtjes voor zich uit. Dan denkt ze weer
aan opa, en aan mama die zo meteen alleen naar de kerk moet.
Als mama al bijna buiten staat, rent Marlot de gang in. "Wacht even mam,
ik ga toch mee." Even later komen ze, nog net op tijd, hijgend de kerk in.
Marlot ziet dat meester Frans er ook is. Zijn moeder is dit jaar
gestorven. Erik, de buurjongen, is er ook. Zijn opa is pas twee weken
geleden gestorven.
De pastor leest een stukje uit de bijbel. Dan vertelt hij hoe goed het is
om je verdriet met anderen te delen, en om samen herinneringen op te halen
aan mensen die er niet meer zijn. Marlot denkt aan opa. Hij heeft haar nog
geholpen met het timmeren van haar geheime hut, vorig jaar. Hij sloeg nog
keihard op zijn duim, toen. Daar moest hij zelf erg om lachen, terwijl het
toch wel pijn deed. En opa heeft niemand ooit verteld waar die hut was.
"Dat van die duim ga ik straks aan mama vertellen", denkt Marlot.
Het is nu stil in de kerk. Iemand begint op een fluit te spelen en de
pastor leest de namen voor van alle mensen die dit jaar gestorven zijn.
Marlot wordt er verdrietig van. Als opa's naam gelezen wordt, loopt mama
naar voren om het kruisje dat in de kerk heeft gehangen, op te halen.
Marlot ziet dat mama ook tranen in haar ogen heeft.
Toch heeft Marlot er gaan spijt van dat ze is meegegaan. Ze vindt het fijn
en verdrietig tegelijk om zo aan opa te zitten denken. Ze pakt mama's hand
en knijpt er even in. Mama kijkt haar aan en knipoogt. Dat deed opa ook
altijd.
De viering is afgelopen. Ze lopen samen naar het graf van opa. Vanuit de
kerk hebben ze een kaarsje meegenomen. Ze zetten het op het graf en Marlot
mag het aansteken. Mama legt de bloemen erbij. "Dag opa", zegt Marlot
zachtjes. "Ik hou nog steeds van je."
Ze lopen samen door de poort van het kerkhof. Ze kijken om en zien heel
veel lichtjes branden. En ze knipogen weer naar elkaar.
©
Missio Nederland 2013
|