MISSIONARISSEN
Een missionaris is iemand die het verhaal van Jezus van Nazareth aan
iedereen op de hele wereld bekend wil maken. Jezus zegt in de bijbel zelf
dat zijn boodschap van naastenliefde voor iedereen bedoeld is, niet alleen
voor een klein groepje mensen. Het evangelie (dat letterlijk betekent:
blijde boodschap) is bestemd voor de hele wereld.
Avonturiers
De eerste missionarissen gingen echt op avontuur. Vanaf de 15e eeuw werden
vanuit Europa veel ontdekkingsreizen gemaakt. Heel veel landen waren nog
onbekend, nog niet ‘ontdekt’. Vaak gingen missionarissen mee met de
ontdekkingsreizigers. De missionarissen wilden de mensen van die landen
vertellen over Jezus. Ze bouwden een missiepost met een kerk, een school
en een ziekenhuis. De reis naar die verre landen was gevaarlijk, maar ook
het leven daar. Er was een ander klimaat, waar de Europeanen niet aan
gewend waren en velen werden ziek en stierven. Maar ook de mensen die in
die landen woonden, vonden het niet altijd goed wat de missionarissen
deden. Want zij hadden hun eigen geloof. Soms werden missionarissen daarom
gedood.
Paters
en zusters
Iets minder lang geleden, in de 20e eeuw, gingen er veel missionarissen
vanuit Nederland naar landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Dat waren
meestal paters en zusters. Zij waren speciaal in het klooster gegaan om
naar de missie te worden gestuurd. Zij vertelden niet alleen de verhalen
over Jezus, maar lieten ook zien wat naastenliefde betekent. Ze stichtten
scholen en leerden kinderen lezen en schrijven. Ze werkten in ziekenhuizen
en zorgden voor de oude mensen. Deze paters en zusters hebben veel
bijgedragen aan de ontwikkeling van die landen.
Nieuwe
missionarissen
Nu zijn er nog steeds missionarissen over de hele wereld. De meeste paters
en zusters zijn wel oud en komen langzamerhand terug naar Nederland. Maar
het missiewerk gaat door. Andere mensen van de kerk, jonge vrouwen en
mannen, gaan voor enkele jaren naar een land om daar te werken en mensen
te helpen. |